Wie droomt er niet van? Van een rijk leven? Een topinkomen, een topfunctie, een superhuis, een superauto. En nu in de zomer? Een supervakantie. Niets mogen missen. Inmiddels een afvinklijstje opgesteld. Niets willen missen. En je lichaam? In superconditie. Want je bent toch dat wat je doet? Je identiteit is toch wat je hebt bereikt? En juist dat kan schuren. Wanneer blijkt dat je het weer net niet hebt gehaald. Na die supervakantie, niet op adem gekomen, maar achter adem geraakt. Gevloerd, zelfs na die vliegreis. Uitgeteld, terwijl je werk of je school nog moeten beginnen. Een droom die als een zeepbel uit elkaar spat.
Genoeg is nooit goed genoeg. Dat afvinklijstje blijkt toch nog langer te moeten zijn, wil je bij anderen meetellen. En nu? Frustratie, falen, schuld, schaamte? Als we nu eens aan de andere kant beginnen. Het perspectief over rijk zijn, wat draaien. Ik denk aan een uitspraak van Epicurus uit de Oudheid: Rijkdom bestaat niet uit het hebben van grote bezittingen, maar in het hebben van weinig behoeften. Begeef ik mij met zo’n citaat op glad ijs, met het gevaar een uitglijder te maken? Of zit er toch iets in wat het overdenken waard is? Ook zo’n woord wat niet vanzelfsprekend is. Denken vraagt traagheid. Het moet rijpen, net als appels aan de boom. Dat botst met woorden als: snel en flitsend. Toch laat dat citaat mij niet los. Want wat is rijkdom eigenlijk? Wat heb je dan? En wie ben je dan?
Ik haal het niet. De maatschappelijke top. Maar wordt er soms onrustig van. Al die verwachtingen. Steeds die prestatiedruk. Steeds aan moeten staan. Angst om iets te missen. Toch is er iets wat mij op de been houdt. Als gelovige vind ik rust in wat God eens zei door ons uit te nodigen om tot Hem te komen. Hoe? Niet om van ons het beste te vragen, maar om ons het beste te geven. Zijn onvoorwaardelijke liefde. Bemind te zijn, niet om wat je doet, om wat je hebt bereikt, maar om wie je bent, als mens. Van binnen kwetsbaar en breekbaar. Door God geliefd.
Dan ben je toch de koning te rijk? Superrijk. Waardevast. Dat ook nog eens samen gaat met innerlijke rust.